In één klap staat het leven van handbalcoach Miro Stare stil
‘Miro Stare nieuwe coach Achilles’ kopte de Stentor in juni 2020. Maar zover zou het nooit komen. Op vakantie in Kroatië werd de fanatieke handbaltrainer getroffen door een zware hersenbloeding. Voor zijn leven werd gevreesd, maar Stare krabbelde op. De oude zou hij echter nooit meer worden.
Waar Miro Stare (67) voorheen hele weekeinden lang in alle denkbare sporthallen te vinden was, speelt zijn leven zich nu op de paar vierkante meter van zijn kamer in een Zwolse zorginstelling af. Op de muren hangen foto’s uit betere tijden: als keeperstrainer bij Dalfsen, op de platte wagen met de kampioensploeg van ABS en op het zand met de nationale beachhandbalselectie.
Handbalvriend Henny Nijboer komt wekelijks bij de geboren Bosniër langs om met hem de uitslagen en laatste handbalnieuwtjes door te nemen. „Miro heeft vooral belangstelling voor de ploegen waar hij trainer is geweest”, vertelt Nijboer. „Zoals Voorwaarts, Lettele en Wesepe. Bij een enkele club is hij met problemen weggegaan. Als die minder presteren, moet hij daar hard om lachen.”
Eenzijdig verlamd
Op vakantie in Kroatië, het land waar veel van zijn oude handbalvrienden wonen, werd Stare ruim vier jaar geleden getroffen door een zware hersenbloeding. Twee maanden lag hij in coma, in een ziekenhuis in Split. Daarna kon hij naar Nederland vervoerd worden en kwam hij bij. Al snel werd duidelijk dat hij veel schade aan het ongeluk zou overhouden en dat zijn leven voorgoed veranderd was.
Stare is eenzijdig verlamd, waardoor lopen niet meer gaat. Ook zich verstaanbaar maken lukt niet meer. „Maar hij heeft een heel expressief gezicht”, weet Nijboer. „Je ziet gelijk aan hem of hij blij en tevreden is. Dan steekt hij ook zijn duim op. Als hij zich niet fijn voelt, merk je het ook. Maar dat was altijd al zo. Hij kan driftig zijn en zit vol emotie. Ik leerde hem dertig jaar geleden kennen toen hij bij Tyfoon keepte. Ik was scheidsrechter. Het ging er hard aan toe en er werd veel gemopperd in het veld. Tot Miro het zat was. Hij bulderde door de zaal en iedereen was stil.”
Oorlogsgeweld
Stare werd 67 jaar geleden geboren in Bosnië, het land dat later onderdeel werd van Joegoslavië. Hij trouwde er en kreeg een dochter, maar het uiteenvallen van Joegoslavië en de daaropvolgende oorlogen maakten een normaal leven onmogelijk. In 1994 ontvluchtte hij het oorlogsgeweld. Met zijn gezin kwam Stare terecht in een opvangcentrum in Zwolle.
Daar ontmoette hij vrijwilliger Dolf Koning, destijds voorzitter van handbalvereniging Tyfoon uit Hattem. Koning ontdekte dat Stare in Joegoslavië een topkeeper was die deel uitmaakte van de nationale selecties. Hij haalde hem naar zijn club toe én zorgde ervoor dat Stare in Zwolle een woning kreeg. De teamgenoten van Stare sprokkelden de inboedel bij elkaar.
Alles voor de winst
Nadat hij stopte met keepen, stortte Stare zich vol op het trainerschap. Net als op het veld was hij ook langs de lijn bloedfanatiek. Alles draaide om hard werken en vooral: winnen. Nijboer: „Dat was wel even wennen voor hem, zeker toen hij vrouwen ging trainen. Die wilden ook dat het leuk en gezellig was. Dat kende hij niet en dat botste weleens.”
Stare droomde ervan om van het trainen zijn beroep te maken. Dat bleek in Nederland onmogelijk. „Om er toch iets mee te verdienen, moest hij zijn trainersdiploma’s halen. Dat is hem met veel moeite en na vele jaren uiteindelijk gelukt. Op zijn werk, hij was CNC-draaier, regelde hij het zo dat hij altijd op tijd in de sporthal kon zijn om training te geven.”
Tranen in zijn ogen
Bij Dalfsen werkte Stare onder meer met Larissa Nüsser en keepster Yara ten Holte, beiden inmiddels vaste waardes van het Nederlands team. Op de telefoon van Nijboer staat een filmpje waarin Ten Holte Stare enthousiast toespreekt. Ze vertelt hem hoe goed het met haar gaat en dat ze uitkijkt naar de Olympische Spelen. Nijboer: „Hij kreeg tranen in zijn ogen toen hij het filmpje zag.”
Het zijn de kleine momenten van geluk voor Stare. Net als die dag dat hij samen met Nijboer een wedstrijd van Oranje bezocht in Den Bosch. „Dat was in coronatijd en er was weinig publiek. Miro kreeg een heel mooie plek, vooraan langs het veld. Toen Yara ten Holte hem zag, rende ze direct naar hem toe.”
Nijboer nam Stare ook mee naar een wedstrijd van zijn oude club Voorwaarts en ze bezochten het voetbalduel tussen PEC Zwolle en Jong Ajax. Daar scoorde Stare een foto met trainer John Heitinga. „Hij geniet enorm van zulke uitjes, maar het is telkens een hele onderneming. Hij kan zelf bijna niets. Bovendien past zijn rolstoel niet in mijn auto, dus daar moet van alles voor geregeld worden.”
Confronterend
Het doet Nijboer pijn om Stare zo te zien. „Het is zo confronterend. Van boordevol handbalpassie naar geheel afhankelijk in een rolstoel. Miro leek een gezonde sportman en toch … Ineens is alles voorbij. Hij was altijd in een sporthal te vinden, tussen andere handballiefhebbers. Nu krijgt hij nog sporadisch bezoek. Er laten maar weinig mensen wat van zich horen. Maar mensen, let op jezelf en elkaar. Wat Miro is overkomen, kan iedereen overkomen.”
Dit artikel verscheen eerder in de Stentor